Het woord 'linosnijden' zegt het eigenlijk al: je maakt uitsnedes in linoleum. Met behulp van gutsen verwijder je delen uit een plak kurklinoleum. Je maakt dan als het ware een reliëf. De delen die blijven zitten smeer je in met inkt. Vervolgens druk je de plak linoleum op een stuk papier (of andersom). De ge-inkte delen laten een afdruk achter op het papier. Je begrijpt dat het onderwerp (de 'linosnede') in spiegelbeeld moet worden gemaakt - op het papier verschijnt hij zoals je hem wilt hebben. Het is niet altijd gemakkelijk om in spiegelbeeld te denken, vaak is het verstandig om al tijdens het snijden afdrukken te maken om te zien welk effect het snijwerk heeft!

Voor linosnedes gebruik je doorgaans blok-inkt, die wat stroperig is. De blok-inkt strijk je met behulp van een roller uit over de linosnede. Met behulp van een lepel strijk je het papier glad over de be-inkte linosnede. Meestal gebruik je papier van minstens 120 gram. Bij dunner papier is het gevaar groot dat het gaat bollen (door de natte inkt).

Een speciale techniek is die van de 'verloren' techniek of reductietechniek. Het ontwerp ontstaat door verschillende afdrukken over elkaar heen te maken van verschillende stadia van snijwerk. Na elke drukgang wordt nog iets meer weggesneden. Het is ook mogelijk om meerdere drukgangen in verschillende kleuren te laten plaatsvinden. Zo kun je kleuren door of over elkaar heen laten lopen, wat een speciaal effect geeft.

Creapalet heeft materiaal beschikbaar voor degeen die linosnijden in het inloopatelier wil gaan uitproberen.