Over klei


Klei wordt geleverd in zogeheten 'broodjes' van ca. 10 kg. Er bestaan verschillende soorten klei: oefenklei, zeer fijne klei en vette klei. Draaiklei of pottenbakkersklei is zeer fijn, maar minder vet. Chamotteklei is vermengd met fijnere of grovere chamotte (gebakken kleikorrels). Het is fijne vette klei dat sterk krimpt bij drogen (ca. 10 %). Door de toevoeging van Chamotte wordt krimpen - en dus kans op scheuren - tegengegaan, maar de klei wordt er ook droger door.

 

Bepalend voor de kleur van klei is de aanwezigheid van bepaalde oxiden: 'roest' van metalen of zinkoxide in witte klei, mangaan in donkerbruine klei; ijzeroxide in gele klei, dat tijdens het bakken rood kleurt. Een kleivorm wordt in het algemeen eerst 'biscuit' gebakken (= eerste stook, ca. 900 graden Celsius); daarna kun je het object verder bewerken met glazuur. Vervolgens wordt het object weer gebakken op een hogere temperatuur (1080 -1300 graden Celsius, afhankelijk van het soort glazuur). Dit zorgt ervoor dat het glazuur hard wordt en z'n mooie kleur krijgt.